Welkom bij het eerste concert van Grote Zangers in 2020
John Osborn en ik liepen door het Muziekgebouw, zo’n anderhalf jaar geleden. De Amerikaan was in Amsterdam omdat hij de titelrol Hoffmann zong bij onze Nationale Opera. Collega-zangers hadden hem verteld over Grote Zangers, hij wilde de zaal wel eens zien.
We liepen back stage door gangen, namen de laatste operaroddels door, hij vertelde over zijn woonplaats Los Angeles en talloze Trans-Atlantische vluchten. We kwamen aan in de grote zaal van het Muziekgebouw, toen ik zag dat het podium compleet bezaaid lag met troep. Technici bouwden een decor op voor een theatrale voorstelling en er stond nog niet één decorstuk overeind. Gierende zagen maakten een hels kabaal, we konden elkaar niet meer verstaan. Dit helpt niet hem te overtuigen bij ons te willen zingen, vreesde ik.
John stapte onverstoorbaar het podium op, liep naar het midden, beide benen aan weerskanten van een gereedschapskist, en hij wist de technici met een miniem handgebaar tot stilte te bedaren. Hij zette een Italiaanse aria in. Hij zong een paar minuten. Hij brak het af, wachtte een moment. Hij dacht na; er viel een diepe stilte die iedereen respecteerde. Toen zette hij een lied in van Fauré. Alles was opeens anders: van opera naar lied, van Italiaans naar Frans, van het hart naar de rede. Ik ervaarde dat als een klein en heerlijk wonder. Ik realiseerde me ogenblikkelijk dat we met een Grote Zanger van doen hadden. Iemand die met een minieme aanpassing in de keel een ander universum schept, die is in staat u en mij een avond lang te boeien, dacht ik.
Ik bood hem een recital aan, waar u nu bij bent. Ik verwachtte dat hij repertoire zou voorstellen dat John vaker doet met zijn echtgenote Lynette Tapia: Italiaanse opera-aria’s in concert. Toen stelde de tenor een vraag die ik zelden krijg en misschien wel typisch Amerikaans is: “wat willen jullie graag dat wij zingen?”. Ik antwoordde gretig dat we al 10 jaar proberen American Songbook in Grote Zangers te krijgen. Want zoals Amerikaanse cultuur leidend was in de 20e eeuw op vele kunstvlakken, gold dat ook voor liedkunst. Denkt u aan Leonard Bernstein. Maar het lukte nog nooit Amerikaanse liederen te programmeren, Grote Zangers komen zelden uit Amerika en zingen nu eenmaal liever Duits en Frans repertoire.
John dacht even na, en zei: “Ik maak een maat gesneden programma voor jullie. Mijn vrouw, die uit Bolivia komt, is geniaal in het maken van programma’s.” Zo beleven we twee dingen voor het eerst in Grote Zangers vanavond. We hebben een echtpaar op het podium. Die ook nog eens beiden zingen in hun moedertaal: Spaans en Amerikaans.
Theo van den Bogaard
Directeur Stichting Grote Zangers
Grote Zangers is een co-productie van het Muziekgebouw en Stichting Grote Zangers